Wij vroegen gebruikers naar hun ervaringen met 3 goede vragen. Anne Speijer werkt bij de koepel voor patiëntenorganisaties van mensen met een zeldzame en/of genetische aandoening: VSOP. De 3 goede vragen ziet zij als een handige en bruikbare methode voor patiënten om een consult voor te bereiden.

Speijer “Ik verwerk de 3 goede vragen in patiënteninformatie die we ontwikkelen bij richtlijnen en zorgstandaarden. Het mooie van deze methode is dat het heel gericht ingebed kan worden in de voorbereidingen die je als patiënt kunt doen voor een consult met je zorgverlener. De beschikbare campagnematerialen lenen zich prima voor plaatsing in zowel digitale als gedrukte producten. En de informatie blijft langer onder de aandacht dan wanneer je deze in een vergankelijke flyer of nieuwsbrief plaatst.”

Met een voorbeeld illustreert Speijer dat de 3 goede vragen ook zonder klip-en-klare antwoorden kunnen leiden tot samen beslissen “Een patiënt met een zeldzame aandoening besloot de 3 vragen aan haar behandelaar te stellen. Deze internist was werkzaam in een ziekenhuis dat nog niet bekend was met de campagne. Bij het terugkoppelen van haar ervaring refereerde de patiënt bewust aan ‘de 3 vragen’. Ze was immers tevoren nog niet zo zeker of deze vragen ook wel geschikt waren voor haar betrekkelijk onbekende aandoening. “Als de behandelmogelijkheden voor mijn aandoening niet vaststaan (er is immers geen kwaliteitsstandaard) hoe kan een arts mij dan duidelijke antwoorden geven?!”, vroeg zij zich af. Wat er daarna gebeurde verraste haar: de internist ging naar achteren zitten, zuchtte diep en bekende: “Wij weten niet wat de beste mogelijkheden zijn, mevrouw Alkema”. Na een stilte vervolgde ze: “maar dit betekent niet dat wij niet een passende en weloverwogen keuze voor u kunnen maken”. Hierna volgde een open gesprek. Maar niet met open eind. Het was een dialoog dat leidde tot wat wij ‘samen beslissen’ noemen. Voor beide partijen was het een ‘eye-opener’.”